2.3.1.3.6.6.8 Afscheid

Indien de patiënt inmiddels succesvol door het leven gaat, is het zaak niet meteen hoera te roepen. Niet alleen roept dat onmiddellijk de nodige spanning op, de aanvankelijke ambivalentie was immers niet onzinnig, maar ook faalangst en als het mis gaat het gevoel van totale mislukking.

Hoe doe ik dat?

  1. U benadrukt dat het mooi is dat het nu goed gaat, maar 'soms zit het mee, soms zit het tegen'. U bouwt als het ware teleurstellingen in oftewel u doet aan verwachtingmanagement
  2. U anticipeert op eventuele terugval; als die niet optreedt, is er niets aan de hand. Als die wel optreedt, is uw eerdere opmerking steunend en controle vergrotend. De terugval was immers aangekondigd, hoort erbij, niet schrikken
  3. U beseft dat afscheid nemen vaak moeite kost en de kans op terugval vergroot. Het hanteren van een strippenkaart kan uitkomst bieden. U verstrekt de patiënt tot besluit van de behandeling een strippenkaart mee met daarop drie strippen, goed voor drie sessies. Die strippen kan hij opnemen naar eigen believen. Maar...  op is op!

 Meer weten? Zie Stappenplan