1.8 Interactiviteit

Interactiviteit verwijst hier, voortbouwend op de interactietheorie (de Jong), naar de wisselwerking tussen verschillende partijen die vereist is om methodisch werken vorm te geven.

                                   

Hoe doe ik dat?

  1. U beseft dat methodiek in de ene discipline andere kenmerken vertoont als in de andere. Daardoor geldt ook hier: het geheel is meer dan de som der delen. Er is sprake van emergentie
  2. U begrijpt dat door het emergente karakter van methodiek het moeilijk is om eenduidige causale, lineaire verbanden te leggen. Er is al snel sprake van complexiteit
  3. U bent bekend met begrippen als dynamiek, zelforganisatie, chaos en vlindereffect, chaordische processen etc. U hanteert een systeemperspectief. 

Meer weten? Zie Uitgangspunten

Nog meer weten? Zie ELO-Denkhulp: Interactiviteit